Canalblog
Suivre ce blog Administration + Créer mon blog

Wide Angle Agency

Wide Angle Agency
  • Foto- en tekstjournalistiek / Agence photo-journalisme -->> Wij zijn / nous sommes Nathalie en Jean-Michel Crapanzano, freelance tekstschrijver en fotograaf / journaliste et photographe indépendants vivant aux Pays-Bas / Presentation bilingue NL - FR !
  • Accueil du blog
  • Créer un blog avec CanalBlog
Publicité
Wide Angle Agency
Archives
11 avril 2007

Verslag persoonlijke belevenis

Het einde

Er werd aan mij, aspirant redactrice van het personeelsblad van mijn school, gevraagd of ik een artikeltje voor het laatste nummer van dit schooljaar wilde schrijven. Het zou bijvoorbeeld heel toepasselijk kunnen gaan over het einde van het schooljaar of de vakantie. Ik vind het leuk om te schrijven dus ik was begonnen na te denken over het onderwerp. Nu ik eindelijk wat dingen aan het typen ben, gaan mijn gedachtes eigenlijk een heel andere kant op dan dat aanvankelijk de bedoeling was. En dit heeft te maken met wat ik gisteravond meegemaakt heb. Dat gaat namelijk ook over 'het einde' maar dan over een veel tragischere dan die van een schooljaar, die uiteindelijk cyclisch is en vol hoop. Ik zal hieronder mijn verhaal doen :
 

Ik ben gisteren een dagje gaan wezen stappen in Breda met een studievriendin uit Den Haag die ik al maanden niet meer had gezien. Aangezien mijn man momenteel drie weken in Los Angeles zit voor een expositie ben ik weer eens wat meer op mijn familie en vrienden aangewezen. Tijdelijke 'eenzaamheid' vind ik op zich heel constructief in allerlei opzichten. Dat bleek maar weer toen ik in de volgende situatie terecht kwam in de trein op weg naar huis, Eindhoven.

Ik zat in een coupeetje tegenover een degelijk uitziende jonge man die mij vriendelijk vroeg in gebrekkig Duits of hij mijn mobieltje even mocht lenen en dat hij uiteraard voor het gesprekje zou betalen. Zo'n eenvoudig verzoek kun je natuurlijk niet weigeren. Toen hij me na een minuut (ik had niks van het gesprek verstaan) netjes 50 cent had gegeven liet hij zich zuchtend ontvallen dat hij hele grote problemen heeft. Hij vertelde dat hij uit Kosovo is gevlucht en dat hij met ingang van morgen procedureel 'uitgezet' zou zijn, het land verlaten moet hebben. Een heel verhaal in gebrekkig Duits volgde over zijn familie waarvan een tiental personen in de oorlog zijn omgebracht, allemaal academici, een arts en politiek actieve mensen. Zijn leven zou nu in gevaar zijn geraakt en daarom was hij drie weken geleden in Nederland aangekomen om asiel aan te vragen. Ik kreeg inkijk in zijn dossier die de Vreemdelingen Politie had opgesteld en las de hele procedure door, bekeek zijn papieren en constateerde dat er een 25-jarige student geschiedenis voor me zat. Zijn reis is per auto, boot en vrachtwagen afgelegd, onder andere door Italië. Maar zijn identiteitspapieren bestonden uit faxen die van de dag daarvoor gedateerd waren. Hij verklaarde dat hij zijn papieren was vergeten omdat hij zo veel problemen aan zijn hoofd zou hebben. Dat leek mij nogal vreemd op dat moment maar ik dacht : "ik heb nog nooit een levensbedrijgelijke situatie meegemaakt". Zijn vader had dus de faxen verstuurd maar ze durfden de originelen niet per post te sturen aangezien de post 'niet te vertrouwen' is. Toen de conducteur langskwam moest hij nog 13 euro zoveel betalen voor een enkeltje Breda - Eindhoven. Enfin, hij hield nog iets meer dan 30 euro over. Dus op mijn vraag : "Was gehst du nun tun?", zei hij zuchtend dat hij naar Roermond wilde gaan maar waarheen precies wist hij niet en al helemaal niet hoe het morgen verder zou moeten. Dus ik vroeg hem of er iets was waarmee ik hem kon helpen. Dit leek mij heel logisch op dat moment. Hij reageerde gegeneerd en zei dat ik hem niet eens ken. Bovendien had ik gezegd dat ik tijdelijk 'alleen' ben, en dat besefte ik ook tegelijkertijd. Wat ik kon doen wist ik nog niet maar ik wilde hem niet nog een nacht op een station laten doorbrengen en bedacht me dat ik naar het Leger des Heil met hem kon gaan. Bovendien had ik een plastic tas vol niet-hoognodige nieuwe kleren bij me wat mij wreed deed doen lijken afsteken tegen zijn wanhoop.

Uiteindelijk is hij met me in Eindhoven uitgestapt. Op dat moment belde mijn vriendin me, zomaar. Ik legde de situatie uit en omdat haar moeder vluchtelingenwerk heeft gedaan zou ze mij zo spoedig mogelijk terugbellen om me raad te geven. Met de fiets aan de hand en de reistas van de man op het bagagerek, heb ik opnieuw haar telefoontje beantwoord en zij heeft mij toen het nummer gegeven van het Leger des Heils en mij nadrukkelijk gezegd dat ik hem vooral niet bij mij thuis moest laten overnachten. Maar dat was ik ook niet van plan! Bovendien zei ze dat de politie hem onderdak zou moeten aanbieden tot zijn uitzet en een enkele reis naar de grens moet aanbieden. Dit was dus niet gebeurd beweerde de man.

Thuis aangekomen heb ik eerst alle lichten aangedaan en de gordijnen wijd open gelaten. Ik heb hem te eten en te drinken gegeven, wat hij die dag niet of nauwelijks had gehad, en vervolgens de politie gebeld. Na de situatie te hebben uitgelegd zei de politieman mij dat hij waarschijnlijk gewoon op dezelfde manier terug naar zijn land moest gaan als waarop hij is gekomen. Maar ook dat ik hem zo spoedig mogelijk naar het bureau moest brengen "want je weet maar nooit of hij liegt", zei hij uit ervaring. "Mensen zoals u zijn ook wel eens vermoord". "Ben ik dan zo naief?", dacht ik er achteraan. De Kosovaar had geen enkel vertrouwen meer in de politie en zei dat ze hem gewoon opnieuw zouden zeggen dat hij moest "rausgehen". Ik begreep dat hij zonder originele papieren dat sowieso vroeg of laat moest. Hij wilde ook wel in het gangetje voor de voordeur slapen maar dat wilde ik mijn twee buurvrouwen van boven niet aandoen. Dus ik heb hem met de auto naar het politiebureau gebracht waar we eerst 20 minuten moesten wachten. De politieman die ons te woord stond zei heel kort en bondig dat hij weer op dezelfde manier terug naar Kosovo moest gaan als waarop hij was gekomen. Zo zijn de regels. Ik knikte begrijpelijk maar vroeg of hij niet een adresje had voor een overnachting. Hij belde de crisisopvang, gaf zijn naam door en zei dat ze speciaal voor ons open zouden doen. Het was immers al rond middernacht. De wanhoop stond nog steeds op het gezicht van de Kosovaar maar ik heb hem daar veilig kunnen afzetten, althans voor een nacht. Een nacht met ontbijt kostte 3.50 euro, wat ik voor hem betaalde en waar hij zich weer voor geneerde. De volgende dag zou hij bij een informatiepunt doorverwezen kunnen worden naar Vluchtelingen in de Knel, speciaal voor mensen in zijn geval. De ontvangst bij de crisisopvang was kordaat maar vriendelijk. Petje af voor die mensen! De Kosovaar wilde me de volgende dag nog zien maar ik zei dat er andere mensen zouden zijn die hem morgen verder konden helpen. Eerst moest hij zich maar eens gaan douchen, gaan slapen en morgen een ontbijt nemen.

Ik heb toen afscheid van hem genomen en me bezwaard afgevraagd of ik meer had kunnen doen. Nee, is mijn conclusie. Ik heb de volgende dag gebeld naar de crisisopvang en vernomen dat hij 's ochtends met de trein naar Duitsland is vertrokken. Met 30 euro zou dat waarschijnlijk nog wel zijn gelukt. Maar wat er sindsdien met hem is gebeurd, dat weet ik niet. Hij had me op de hart gedrukt geen crimineel te zijn en mijn intuïtie zei me dat ik hem wel kon vertrouwen. Maar misschien is hij dat op dit moment wel noodgedwongen geworden. Welke instinctieve puls is namelijk sterker dan die van de overlevingsdrang? Maar meer als dit heb ik misschien om diezelfde drang niet voor hem kunnen doen. Er bestaan op dit moment namelijk honderden gevallen zoals hij. Ik had toch niet zijn terugreis kunnen betalen? En als hij de terugreis zal halen, misschien zou hij dan wel meteen opgepakt worden in zijn land en vermoord worden? Kosovo is volgens hem bij lange na niet een 'ongevaarlijk' gebied zoals hier wordt beweerd door de media. Vogelvrij, zonder geld, zonder hoop : het einde? Ik heb een aantal maanden geleden een documentaire-achtige film in Plaza Futura gezien over de reis naar Engeland van twee Afghaanse vluchtelingen. Het einde van het verhaal was voor de jonge man een wrede dood, en voor zijn neefje een gevaarlijke gedwongen terugreis naar Afghanistan zonder middelen, hoop en vooruitzichten.

De bedoeling van mijn schrijven is niet een moralistisch verhaal op te hangen of het vreemdelingenbeleid van Nederland simpel te bekritiseren. Ik weet gewoon niet wat de oplossing is voor dit soort veelvoorkomende gevallen(en)! Door deze doordringende ervaring ben ik me hiervan bewust geworden. 'De oplossing' lijkt verloren te gaan in een web van causaliteiten waar we als gewone burgers, of als menselijke wezens, geen vat of nauwelijks invloed op hebben. Dit verhaal gaat gewoon over 'het einde'. En om een einde aan mijn verhaal te maken : wat betreft de knelpunten in ons onderwijslandje rest ons relatief nog heel wat hoop en vooruitzichten!!! 

 

Nathalie Crapanzano, 2005 

Publicité
Publicité
11 avril 2007

Commentaar op tekst

De generatiekloof

Onderstaande tekst circuleerde op mijn werkplek, een middelbare school. Ik heb het een beetje ingekort en vervolgens geëvalueerd : 

Ben je geboren voor 1980 ?? Lees dit !!

Hoe is het in godsnaam mogelijk dat wij als geborenen voor de jaren 80 nog leven?

Volgens de theorieën anno 2005 zouden we toch al lang dood moeten zijn. 

Wij zaten in auto’s zonder veiligheidsstoeltjes, gordel of airbag.

Onze bedden en speelgoed waren geschilderd met verf vol lood en cadmium.

Flessen met gevaarlijke stoffen en alle apotheekflessen konden we gewoon met onze handjes en beperkte motoriek openen.

Poorten en deuren gingen gewoon dicht en als je met je vingers er tussen zat dan waren ze weg.

Een helm hadden ze nog niet eens op een bromfiets, laat staan op een Fiets.

Water dronken we uit de kraan, niet uit een fles.

Kleur- en smaakstoffen moeten toen ook al hebben bestaan want zo rood, groen of geel als die limonade toen was zie je ze nu echt niet meer.

Schoenen waren meestal ingedragen door broer, zus of neef of zo, en ook je fiets was of te groot of te klein.

Een fiets had geen versnellingen en als je band lek was leerde je vader je zo snel mogelijk om hem zelf te maken.

We gingen ’s morgens weg van huis en kwamen terug als de straatverlichting aan ging.

Niemand wist waar we waren in die tussentijd en we hadden geen GSM mee! Het bos of een park was namelijk een plek om te spelen en geen vieze mannetjes-verzamelplaats.

We aten ook al koekjes en kregen brood met veel boter en werden toch niet dik.

We dronken uit dezelfde fles als onze vriendjes en niemand werd er ziek van.

We hadden geen Playstation, Nintendo, X-box, 64 televisiezenders, videofilms, surround sound, eigen televisies. Computer of internet.

We hadden vrienden!

De televisiezender begon pas om 18.00 uur. Dan kwam een uurtje wat leuks voor kinderen en oh wee als je daarna durfde op te staan om een knopje van een andere zender in te duwen (die zaten aan het tv-toestel vast).

Pa bepaalde wat en hoe lang je daarna nog keek.

We hebben ons gesneden, botten gebroken, tanden uitgevallen en er werd niemand voor naar de rechter gesleept.

Dat waren gewoon ‘ongelukken’ en soms kreeg je er ook nog zelf een pak slaag voor.

Wij vochten en sloegen elkaar soms groen en blauw en er was geen volwassene die zich er druk over maakte, laat staan een lieveheersbeestje die op je jas kroop.

Pedagogisch verantwoord speelgoed maakten we zelf; met stokken sloegen we naar ballen, we bouwden zeepkisten en merkten onder aan de berg dat we de rem vergeten waren.

We voetbalden op straat en alleen wie goed genoeg was mocht meedoen; wie niet goed genoeg was moest maar blijven kijken en leren omgaan met teleurstellingen.

Op school zaten ook domme kinderen, zij gingen en kwamen op dezelfde tijd als wij en kregen dezelfde lessen.

Zij deden soms een klas nóg een jaar en daarover waren ook geen discussies op ouderavonden.

De meester had altijd gelijk.

We smeerden onze boterhammen zelf, met een grote mensen-mes. En als je die vergeten was kon je op school niks kopen!

Als je de korst niet at had je een beetje meer honger de rest van de dag.

We gingen met de fiets naar school, helemaal zelf, ook in de winter! Als je moeder aan de huisdeur nog naar je zwaaide was je al een watje!

Als je problemen veroorzaakt had waren je ouders het eens met de politie.

Ze kwamen wèl om je te halen, maar niet om je er uit te lullen.

Onze daden hadden consequenties, dat was duidelijk en je kon je niet verstoppen.

Wij hadden vrijheid, mislukkingen, succes en verantwoordelijkheid.

Wij hebben moeten leren er mee om te gaan.

Onze generatie heeft véél mensen voortgebracht die problemen kunnen oplossen, innovatief bezig zijn en daarbij risico durven nemen en voor de gevolgen in staan.

Hoor jij daar ook bij? Gefeliciteerd ! Wij waren helden !!!!

 
Ik heb met gemengde gevoelens deze tekst gelezen. Maar helden?? Volgens mij vinden alle (groot)ouders dat (klein)kinderen in een watjesmaatschappij opgroeien. We hoeven onze kinderen toch echt niet zo de ogen uit te steken! En wie heeft deze maatschappij waarin zij opgroeien dan gecreëerd? Onze hedendaagse samenleving wordt voor het overgrote deel gedirigeerd door juist ons, de generatie van voor 1980, en na 1945 ! En weer wijst men met het vermanende vingertje! Maar naar wie eigenlijk? Wij zijn allemaal direct of indirect ouders van de kinderen van nu, en zijn dus allemaal verantwoordelijk voor de omgeving waarin we ze nύ neerzetten. Inderdaad, onze daden hadden consequenties, maar dat hebben ze nog steeds en dat zullen ze nog altijd hebben, ook die van onze kinderen. Men oogst wat men zaait! Maar moet men nou altijd met weemoed terugdenken aan ‘die goede oude tijd’? Onze voorouders waren hun hele leven lang (met alle respect!) postbeambte, boer, soldaat, huisvrouw of …leraar! Alles paste netjes in een hokje en je kon er een etiquette op plakken. De mogelijkheden van de mensheid neemt sinds een eeuw parabolisch toe! De kracht van onze samenleving ligt nu ook in de veelvoudigheid van de mogelijkheden om ons werkelijk te ontplooien. En dat kan even verwarrende en doodlopende als creatieve en dynamische effecten hebben. Tegenstrijdige effecten, die zich met dezelfde snelheid en intensiteit kunnen ontwikkelen, afhankelijk van onze eigen keuze van wat we er zelf van willen of durven te maken. Alles speelt zich ook op grotere schaal af, dankzij όnze media. De gevaren worden wereldwijd uitvergroot, net zoals onze weerzinwekkende materiële vrijheden. Onze ‘vrijheid’ is nog nooit zo groot geweest en ons gevoel van ‘onveiligheid’ daarentegen ook, volgens ons ‘gevoel’ ! Hierdoor leven we in een maatschappij van toenemende extremen in ons hoofd. Maar laten we dan van onze ‘Spartaanse’ opvoeding profiteren. We zijn blijkbaar 'tough’ genoeg als overlevenden van een onveilige omgeving, en we leven nog steeds! En laten we van zijn voortgebrachte innovatieve en ruimdenkende geest gebruik maken om een echt betere en creatievere leefomgeving voor onszelf èn onze kinderen te scheppen, om te beginnen met wat meer introspectie en wat minder zelfingenomenheid!

 

Nathalie Crapanzano, 2005 

 

11 avril 2007

Verslag evenement

“One day, five cultures”

Op 25 januari 2006 ben ik naar een cursusdag gegaan die de Fontys Economische Hogeschool Tilburg georganiseerd had. De cursus was bedoeld voor leraren vreemde talen en had als titel : “One day, five cultures”. Hiermee beoogden de organisatoren (docenten en studenten) hun opleidingen te promoten voor aankomende studenten via deze leraren van middelbare scholen. Het ging om de opleidingen : IBL - International Business and Languages en EMM - Europese Marketing en Managementcommunicatie.

Dat de goede beheersing van het Engels, Duits en Frans cruciaal is in Europese handelsrelaties en voor het bijbenen van globalisering wisten we allemaal. Maar dat we door het gebrek aan goede taalbeheersing zeer nadelige economische gevolgen ondervinden, daar was nog niet iedereen zich grondig van bewust. Import en export is voor Nederland van groot belang en blijkbaar lopen wij heel wat handelsrelaties, en dus economische groei, mis als gevolg van ‘Babylonische’ spraakproblemen. Nederlanders beweren nota bene al gauw dat ze hun vreemde talen redelijk goed beheersen. Maar het tegendeel blijkt waar te zijn volgens onderzoek. Zo beweert maar liefst 90% van de Nederlanders goed Engels te spreken en 40% goed Frans. De realiteit is helaas veel minder rooskleurig! Maar als men denkt met een vrijwel foutloze taalbeheersing zo handelscontracten in z’n zak te kunnen steken, die heeft het mis. De kennis van de cultuur is weliswaar net zo belangrijk. Zo is het voor Franse zakenlieden, die aan een rijkelijk culinaire traditie zijn gewend, ondenkbaar om een lunch van ‘bolletjes met kaas en ham’ in een kantine aangeboden te krijgen. Ook joviale non-hiërarchische verhoudingen op de werkvloer zijn, zoals wij in Nederland volgens Amerikaans voorbeeld in het algemeen zijn gewend, uit den boze in zowel Frankrijk en Duitsland (en dan hebben we het nog niet eens over niet-Europese landen !). Als men zich daar niet voldoende van bewust is, riskeert men niet alleen een contract voor zijn neus voorbij te zien gaan, maar bovendien uitgemaakt te worden voor ‘boerenkinkel’.

Een tweede misvatting is dat we met het Engels de hele wereld kunnen veroveren. Engels is weliswaar de taal waar we eerste contacten mee kunnen leggen, maar als het gaat om concrete contracten dan moeten we dat toch echt wel in de taal van onze handelspartner regelen. Hierbij wil ik nog een kanttekening maken bij het volgende feit : In Europa spreken beduidend meer mensen Frans als moedertaal dan Engels. En op verreweg de eerste plaats staat Duits !

De dag werd geopend met toespraken van organisatoren en een filmpje over de hierboven geschetste situatie. Zelfs topmensen van multinationals als Shell kunnen een lachwekkende Engelse uitspraak hebben. Je hoeft geen talendocent te zijn om dat te kunnen constateren! Tijdens die ochtend werd ook onze wereldwijde cultuurkennis getoetst aan de hand van een quiz.

Het middagprogramma bestond uit een sessie waar alle docenten van dezelfde taal bij elkaar kwamen om in hún taal nader kennis te maken met de (bedrijfs)cultuur cq. -culturen van hun taal. Verder werden we nader ingelicht over de inhoud van de opleidingen IBL en EMM. Zo leren studenten naast vakken bedrijfskunde, communicatie en marketing ook hoe ze moeten onderhandelen in een specifieke taal en met welke bedrijfsculturen ze te maken hebben in een bepaald land. En verder, wat niet minder belangrijk is, hoe ze zich moeten presenteren tijdens sollicitaties voor een stage of baan bij een buitenlandse firma.

 Deze cursusdag was interessant en verfrissend. Het doel van Fontys Tilburg is om de volgende keer zo’n dag ook voor leerlingen te organiseren, en dat is in mijn ogen hele nuttige studieoriëntatie voor degenen met het profiel Economie & Maatschappij of Cultuur & Maatschappij.

 

Nathalie Crapanzano, 2006 

 

11 avril 2007

Reportage Los Angeles (Fr)

Le soleil se lève sur la Cité des Anges lorsque les premières voitures s’engagent sur les énormes tronçons d’autoroutes qui quadrillent l’immense mégalopole. Des millions de travailleurs anonymes se pressent pour rejoindre quotidiennement leur lieu de travail.

Pourtant, l’aura mondiale de Los Angeles aura peut-être et avant tout été façonnée par sa formidable industrie cinématographique. Jamais, depuis l’avènement de la société de consommation des année 40 et 50, la puissance hypnotique de Los Angeles n ‘aura autant exercé de fascination sur des millions de personnes à travers le monde. Il suffit de constater l’impact considérable des images et symboles de notre monde contemporain - volonté de réussite, argent, pouvoir, beauté et perfection physique - qu’auront fait passer les séries télé et autres block-busters qui sont formatés à travers des standards visuels et iconologiques du star système. Les liens étroits qui unissent argent et cinéma, producteurs et réalisateurs, acteurs et publics se sont fortifiés au fil des productions cinématographiques. Ainsi, cet idéal affiché de réussite, de notoriété célébré à coup de campagnes publicitaires planétaire, n’a pas manqué de synthétiser les aspirations de tout à chacun à y prendre une part du gâteau.   

superman_copy

L’impact fantasmatique du cinéma de consommation et ses représentations symboliques n’ont pas manqué de combler en grande partie les salariés surmenés du vide. En effet, le rôle sans cesse grandissant des images dans notre vie quotidienne a fini par influencer de façon presque subliminale les comportements et aspirations individuelles. La part effective de cette influence est encore peut-être trop floue pour en mesurer les consequences directes sur nos vies quotidiennes, mais il suffit de consulter les chiffres d’audimat pour en prendre conscience plus intimement. Dans quelle mesure Hollywood et son symbolisme idéalisé a-t-elle contribué à propager une image dorée et étincellante des rapports humains, dans laquelle la richesse et la gloire comme modèle de vie à suivre et à atteindre serait devenu l’archétype de vie le plus communément partagé ? Ce transfert quasi psychanalitique entre public et star système, est-il devenu inéluctable qu’il ne puisse désormais plus être possible d’endiguer cette frénésie voyeuriste qui unit les imaginaires d’une vie fantasmée et sublimée d’un coté, et de l’autre la réalité beaucoup moins reluisante du monde quotidien et des factures impayées ?affiche_super_heros_copy




La société du spectacle, selon Guy Debord, « n'est pas un ensemble d'images, mais un rapport social entre des personnes, médiatisé par des images » ("thèse 4" de "La Sociétédu Spectacle", 1964). Il est donc primordial de voir dans cette identification et cette dé-réalisation de la vie quotidienne le lien qui unit public, star et mass média.

Le fait que des personnages comme Ronald Reagan et Arnold Schwarzenegger ont pu passer assez facilement de leur carrière en tant qu’acteur à la politique, en grande partie grâce à leur carrière d'acteur, montre que la fiction collective peut prendre les dessus sur notre vie quotidienne publique.


Certain, comme Tom Bradshaw, exploitent le filon de cette influence en y retirant des bénéfices directement liés à un avantage physique que la nature leur a donné : il est en effet le sosie de Sylvester Stallone, fameux acteur apparu à la fin des années 70, qui aura eu ses heures de gloire en personnifiant des personnages machos et virils comme Rambo, le soldat véteran du Viet-Nam, et le non moins devenu célèbre boxeur, Rocky Balboa. Les chiffres du box office de ces deux séries ont ammené Stallone à connaître une notoriété internationale.

Rambo_sosie_copy

Tom Bradshaw, sosie troublant d’analogie avec l’acteur Stallone, usant de cette particularité anatomique, se rend chaque matin sur la célèbre avenue aux étoiles dorées. Hollywood Boulevard est a-elle seule un des symboles les plus forts de l’industrie du cinéma, donc de Los Angeles. Elle est connue pour ses salles de cinéma , nombreuses sur les 2km de l ‘avenue, qui furent parmis les premiéres à apparaître dans les années 1910.

A cette époque, le cinématographe invention francaise dûe à  Louis Lumiere, faisait son apparition avec fracas au début de l’industrialisation, donc de la société de consommation. La bataille faisait rage entre Paris, capitale technique du cinéma par sa découverte innovante du projecteur, et Los Angeles, dont certain techniciens francais y avaient exporté certains procédés techniques. Les premières salles de cinéma rivalisaient d’ingéniosité pour proposer des histoires racontées, les fameuses continuitées dialoguées qui faisait d’un film une tentative de retranscription du réel. Il aparaissait déjà que l’habileté des studios de cinéma à fabriquer des acteurs, choisis en fonction de leur physique et de leur charisme, et de les propulser au rang de star, donnait à ces premiers, les producteurs, la certitude d’engranger des bénéfices considérables par les nombreuses entrées du public.

make_up_artist_copy

Employé par ces cinémas-musées, Tom Bradshaw enfile chaque matin son costume de Rambo. Sur les muscles body-buildés du sosie, des cicatrices fictives, des plaies ensanglantées donnent à l’acteur un veritable air de ressemblance avec le heros du film. Avec sa mitraillette en plastique, ses grenades et ses rangers de combattants, il est quasiment impossible de voir une différence avec l’acteur du film. S’avançant dans le hall du cinéma, il prend la pose avec les centaines de milliers de touristes qui se pressent chaque année sur la fameuse avenue. Des touristes japonais mitraillent de leur cameras lorsque Rambo tend ses biceps brillants devant l’objectif. Il fait hurler à moiti­é de rire et de peur des jeunes adolescentes qui se lovent contre lui, très impresionnées par l ‘allure menacante du soldat-rebelle. Il n’est pas rare que les touristes lui donne le fameux « tip », pourboire national aux Etats Unis. Plus loin, un sosie de Superman, tout de bleu et de rouge vétu, prend la pose avec une dame agée qui n‘en revient pas du charme de ce titan. De l’autre côté de l’avenue Catwoman donne la replique à Spiderman pour le plus grand plaisir d’un groupe de gamins ébahis. Pour ces acteurs, le filon aura été de jouer avec la dimension affective liée à ces héros Hollywoodiens désormais internationalement reconnus. L’industrie du cinéma influe donc dans une proportion sans cesse grandissante sur l’imaginaire collectif, renvoyant la dimension poétique ou analytique de la réalité dans un jeu que l’on peut parfois considérer comme voyeuriste et simpliste.

Il semble que les héros sont sortis de l’écran du cinéma afin de nous amuser et de nous de nous émouvoir en ‘live’. La frontière entre fiction et réalité paraît très mince à Hollywood. Et il s’agit de maîtriser habilement le savoir-faire dans l’usage de cette frontière et du solide ancrage du fantasme collectif pour continuer à faire rêver les gens et faire adhérer à cet idéal préfabriqué – succès, bonheur, richesse, beauté et héroïsme. L’industrie cinématographique a profité de ce principe d’identification et n’a pas manqué de préserver cet idéal à des fins pécuniers.

Nathalie en Jean-Michel Crapanzano, avril 2007captain_america_02_copy

wonder_woman_copy

11 avril 2007

Reportage Los Angeles (Nl)

Rambo vs. Bradshaw

Terwijl de zon opkomt boven de stad der Engelen, begeven de eerste auto’s zich op de enorm brede autobanen die de metropool doorkruizen. Miljoenen anonieme werknemers haasten zich dagelijks om op tijd op hun werk te komen.

Met bijna 30 miljoen inwoners op 1290 km2 is Los Angeles een van de grootste steden van zowel de Verenigde Staten als van de wereld. Het is dan ook vanzelfsprekend dat zo’n economisch middelpunt onophoudelijk massa’s mensen aantrekt, met name uit het buitenland. Het uitstekende klimaat, de nabijheid van de Grote Oceaan, de zakencentra en de grote concentratie van economische activiteiten, maken dat Los Angeles als een Eldorado wordt beschouwd door duizenden immigranten vanuit alle hoeken van de wereld.

Maar de wereldwijde aura van Los Angeles is misschien en vooral gevormd door zijn filmindustrie. Sinds de opkomst van de consumptiemaatschappij in de jaren 40 en 50 heeft de hypnotiserende kracht van Los Angeles bij miljoenen mensen op de wereld nog nooit zo veel fascinatie opgeroepen. Je hoeft alleen maar te kijken naar de enorme impact van de beelden en de symbolen in onze hedendaagse wereld : prestatiedrang, geld, macht, schoonheid en lichamelijke perfectie. Hierdoor zijn tv-series en blockbusters volgens visuele en iconografische standaarden van het ‘star system‘ geformatteerd. De nauwe banden die geld en filmindustrie, producers en regisseurs, acteurs en kijkers met elkaar onderhouden, worden versterkt door de filmproducties. Dat geëtaleerde ideaal van succes die gepromoot wordt door wereldwijde campagnes heeft er dan ook voor gezorgd dat hetean te kunnen nemen. ijkerset elkaar onderhouden worden nog steeds versterkt door de huidige producties. streven van de meeste mensen neerkomt op het willen deelnemen aan en kunnen profiteren van dat ideaal.

 

superman_copyHet collectieve fantaseren, als gevolg van de verspreiding van symboliek van de consumptie-filmindustrie, heeft ongetwijfeld tot gevolg gehad dat de verveelde massa beziggehouden wordt met een geformatteerd ideaal. De steeds groter wordende factor van beelden in ons dagelijks leven slaagt er uiteindelijk immers in ons individuele onbewuste gedrag en streven op een subtiele wijze te beïnvloeden. De wezenlijke mate van deze invloed is misschien nog te vaag om de directe gevolgen op ons dagelijkse leven ervan te meten, maar je hoeft alleen maar te kijken naar de kijkcijfers om er een duidelijker beeld van te krijgen. In welke mate heeft Hollywood en zijn geïdealiseerde symbolen van het menselijk leven ertoe bijgedragen een schitterende en goudkleurige schijn te verspreiden, een schittering waarin rijkdom en glorie een levensstandaard is geworden en een archetype van de normale samenlevingsvorm? Is het zogenaamde psychoanalytische verband tussen publiek en ‘star system’ onvermijdelijk geworden? En is het voortaan niet meer mogelijk deze voyeuristische bezetenheid te bedwingen? Deze obsessie verbindt misschien het geïdealiseerde leven enerzijds, met de minder glanzende alledaagse werkelijkheid van te betalen rekeningen anderzijds.  affiche_super_heros_copy




De samenleving van het spektakel, de showbizz, is volgens Guy Debord niet zomaar een verzameling beelden, maar een sociale verhouding tussen mensen die door de uit-beelding van de media wordt bepaald (“Thèse 4” uit “La société du spectacle”, 1964).  Het is dus van primordiaal belang in het verknipte werkelijkheidsbeeld van het leven - kloof tussen gefantaseerd leven en alledaags leven - de verhouding te zien die publiek, filmster en massamedia met elkaar verbindt. Het feit dat grote personages uit de filmindustrie, zoals Ronald Reagan en Arnold Schwarzenegger, redelijk makkelijk de overstap van hun acteurscarrière naar de politiek konden maken, toont aan dat de overgang van collectieve fictie de overhand kan krijgen op het openbare politieke leven. De filmindustrie beïnvloedt dus onophoudelijk en in steeds grotere mate de collectieve verbeelding en kaatst de poëtische en analytische dimensie van de werkelijkheid af in een spel die men soms als voyeuristisch en simplistisch kan beschouwen.

governator_copy

Sommige mensen, zoals Tom Bradshaw, buiten dit goudmijntje uit door winst te delven uit het feit dat de natuur hem gunstig is gezind. Bradshaw is namelijk dubbelganger van Sylvester Stallone, de wereldberoemde acteur die aan het begin van de jaren 80 debuteerde en roem behaalde met machopersonages als Rambo, de Vietnamveteraan, en de even beroemde bokser Rocky Balboa. Door torenhoge kijkcijfers van deze serie blockbusters heeft Stallone internationale bekendheid verworven. 



Rambo_sosie_copyTom Bradshaw, die nauwelijks van de echte acteur Sylvester Stallone te onderscheiden is, maakt handig gebruik van zijn uiterlijk en gaat elke dag naar zijn werk op de bekende avenue met de gouden sterren op de stoep. Hollywood boulevard is een van de kenmerkendste symbolen van de filmindustrie, en dus van Los Angeles. Deze 2 kilometer lange avenue is beroemd om zijn talrijke bioscopen waarvan de meeste behoorden tot de eerste die gebouwd werden omstreeks 1910.

In deze periode verscheen de bioscoop volgens Frans concept aan het begin van de industrialisatie en dus van de consumptiemaatschappij. Er werd toen een strijd gevoerd tussen Parijs, hoofdstad van de filmtechniek en van de uitvinding van de overheadprojector, en Los Angeles waarin enkele Franse technici bepaalde technische principes hadden ingevoerd. De eerste bioscopen rivaliseerden met elkaar op het gebied van technische vernuften om verhalen te vertonen die bestonden uit de bekende scenario’s die van een film een poging maken de werkelijkheid weer te geven. De trucjes van de filmstudio’s om sterren te ‘fabriceren’ die grotendeels gekozen zijn op grond van hun uiterlijk, geven de producers de zekerheid om veel geld te verdienen met grote aantallen bioscoopbezoekers. make_up_artist_copy

Tom Bradshaw die in dienst is van de authentieke bioscopen, doet elke ochtend zijn Rambo-kostuum aan. De neplittekens en bloederige schrammen die op z’n afgetrainde lijf zijn geschminkt doen de dubbelganger werkelijk lijken op de echte filmheld. Met zijn plastik mitrailleur, zijn handgranaten en zijn legerkisten is het bijna onmogelijk om een verschil te zien tussen de filmacteur en hemzelf. Hij loopt rond in de hal van bioscopen en poseert met honderden toeristen die elk jaar op de beroemde avenue rondschalken. Japanse toeristen scharen zich om hem heen om zich met hem op de foto te laten nemen terwijl hij poses aanneemt waarbij hij z’n gespannen biceps voor de camera laat blinken. Hij laat enkele tienermeisjes, die zwaar onder de indruk zijn van de indrukwekkende vrijgevochten soldaat, gillen van het lachen en van angst terwijl ze zich tegen hem aan vleien. Niet zelden krijgt hij een fooi van toeristen, de beroemde Amerikaanse ‘tip’. Even verderop staat de dubbelganger van Superman in het blauw en rood gekleed een pose aan te nemen naast een oudere dame die zichtbaar erg onder de indruk is van deze charmante held. Aan de overkant van de weg geeft Catwoman aan Spiderman een standje, tot het grote plezier van een stel verblufte kinderen. Voor deze acteurs gaat het erom handig gebruik te maken van de gevoelswaarde die mensen toekennen aan deze internationaal bekende Hollywoodsterren. wonder_woman_copy

 


Het lijkt alsof de sterren vanuit het filmdoek tot leven zijn gekomen om ons ook ‘live’ te komen amuseren en tot emoties te brengen. De grens tussen fictie en werkelijkheid lijkt in Hollywood zeer dun te zijn. En het is de kunst om van die dunne scheidslijn en solide collectieve fantasie gebruik te maken om mensen te laten blijven dromen in, en laten nastreven van het voorgefabriceerde ideaal van succes, geluk, rijkdom, schoonheid en heroïek. De filmindustrie heeft hier handig op ingespeeld en laat geen enkele kans liggen om dit ideaalbeeld in stand te houden en uit te buiten zolang er groot geld te verdienen valt.

Nathalie en Jean-Michel Crapanzano, april 2007   

 

     

captain_america_copy



Publicité
Publicité
11 avril 2007

Présentation

Welkom op onze blog ! 

Wij zijn Nathalie en Jean-Michel Crapanzano, een tekstschrijver en een fotograaf en wonen in Eindhoven. Wij willen onze ervaring als schrijver en fotograaf bundelen en bieden daarom onze diensten en competenties aan. 

Nathalie : Ik ben in 2000 afgestudeerd in de Franse taal-, cultuur- en letterkunde en internationale bedrijfscommunicatie aan de Universiteit Utrecht. Ik studeerde Europese geschiedenis aan de Universiteit van Straatsburg en ben momenteel werkzaam als docent Frans. Ik heb stage gelopen bij o.a. de Raad van Europa (Culturele zaken) en mijn afstudeerscriptie gaat over Arte, de Europese culturele televisiezender. Ik heb tevens enkele vertaalopdrachten gedaan en heb ik in 2006 een cursus Ondertitelen gevolgd aan de Universiteit van Antwerpen. 

Jean-Michel : Ik ben in 1999 afgestudeerd aan de Kunstacademie van Straatsburg in Frankrijk. Ik heb mijn werk gepresenteerd in verschillende publicaties (bladen en uitgeverijen) en heb geëxposeerd in kunstgalleries en musea in Los Angeles, New-York, Washington DC, Polen en op verschillende plaatsen in Frankrijk en Nederland. Ik ben momenteel werkzaam als docent Kunst. Mijn artistieke werk bestaat vooral uit fotografie, illustratie, schilderkunst en installatie. 

Wij bieden verschillende soorten artikelen, professionele tekst- en beeldreportages en interviews aan voor tijdschriften, kranten en websites. Ook kunnen wij vertaalopdrachten uitvoeren voor de talen Frans en Nederlands. Via deze weblog heeft u toegang tot onze portfolio. Wij wensen u veel lees- en kijkplezier ! 

Wij kunnen eventueel altijd onze diensten onafhankelijk van elkaar aanbieden. Voor contact over opdrachten en tarieven kunt u ons e-mailen wideangle.agency@hotmail.com of bereiken via telefoonnummer : 06-21 52 37 08

 

 

 Bienvenue sur notre blog !

Nous sommes Nathalie et Jean-Michel Crapanzano, journaliste et photographe indépendants vivant à Eindhoven aux Pays-Bas. Nous voulons par l’intermédiaire de ce blog joindre nos compétences dans les domaines de l’écriture, de la photographie et de l’ illustration. 

Nathalie : Je suis diplomée en études de la langue, littérature et culture francaise et en communication internationale des entreprises de l’Université d’ Utrecht. J’ai étudié l’histoire Européenne à l’Université de Strasbourg en France, et je travaille aujourd’hui en tant que professeur de français aux Pays-Bas. J’ai suivi un stage au Conseil de l’Europe (Affaires culturelles) et mon mémoire porte sur Arte, la chaîne de télévision culturelle Européenne. J’ai également effectué des travaux de traduction et j’ai suivi en 2006 des cours de sous-titrages français-néerlandais à l’Université d’Anvers en Belgique. 

Jean-Michel : Je suis diplômé de l’Ecole Supérieure des Arts Décoratifs de Strasbourg en 1999. J’ai collaboré avec de nombreux magazines et maisons d’éditions, et j’ai exposé régulièrement en tant qu’artiste dans des galleries d’art et musées à New-York, Los Angeles, Washington DC, en Pologne, en France et aux Pays-Bas. Mon travail artistique est la photographie, le dessin et l’installation. 

Nous proposons des reportages pour la presse, des articles bilingues néerlandais/français, interviews et photo reportages pour magazines, journaux, websites, et des comptes-rendu critiques pour diverses publications. 

Voici notre portfolio. Nous vous souhaitons une bonne visite sur notre blog ! Nous pourrons toujours proposer nos services indépendemment.

Pour tout renseignement concernant une commande ou proposition d’articles ainsi que nos tarifs, n’hésitez pas à nous joindre par email wideangle.agency@hotmail.com ou au numéro suivant : + 31- 621 52 37 08

 

Publicité
Publicité
Publicité