Verslag persoonlijke belevenis
Het einde
Er werd aan mij, aspirant redactrice
van het personeelsblad van mijn school, gevraagd of ik een artikeltje voor het
laatste nummer van dit schooljaar wilde schrijven. Het zou bijvoorbeeld heel toepasselijk kunnen
gaan over het einde van het schooljaar of de vakantie. Ik vind het leuk om te
schrijven dus ik was begonnen na te denken over het onderwerp. Nu ik eindelijk
wat dingen aan het typen ben, gaan mijn gedachtes eigenlijk een heel andere
kant op dan dat aanvankelijk de bedoeling was. En dit heeft te maken met wat ik
gisteravond meegemaakt heb. Dat gaat namelijk ook over 'het einde' maar dan
over een veel tragischere dan die van een schooljaar, die uiteindelijk cyclisch
is en vol hoop. Ik zal hieronder mijn verhaal doen :
Ik ben gisteren een dagje gaan wezen
stappen in Breda met een studievriendin uit Den Haag die ik al maanden niet
meer had gezien. Aangezien mijn man momenteel drie weken in Los Angeles zit
voor een expositie ben ik weer eens wat meer op mijn familie en vrienden
aangewezen. Tijdelijke 'eenzaamheid' vind ik op zich heel constructief in
allerlei opzichten. Dat bleek maar weer toen ik in de volgende situatie terecht
kwam in de trein op weg naar huis, Eindhoven.
Ik zat in een coupeetje tegenover een
degelijk uitziende jonge man die mij vriendelijk vroeg in gebrekkig Duits of
hij mijn mobieltje even mocht lenen en dat hij uiteraard voor het gesprekje zou
betalen. Zo'n eenvoudig verzoek kun je natuurlijk niet weigeren. Toen hij me na
een minuut (ik had niks van het gesprek verstaan) netjes 50 cent had gegeven liet
hij zich zuchtend ontvallen dat hij hele grote problemen heeft. Hij vertelde
dat hij uit Kosovo is gevlucht en dat hij met ingang van morgen procedureel
'uitgezet' zou zijn, het land verlaten moet hebben. Een heel verhaal in
gebrekkig Duits volgde over zijn familie waarvan een tiental personen in de
oorlog zijn omgebracht, allemaal academici, een arts en politiek actieve
mensen. Zijn leven zou nu in gevaar zijn geraakt en daarom was hij drie weken
geleden in Nederland aangekomen om asiel aan te vragen. Ik kreeg inkijk in zijn
dossier die de Vreemdelingen Politie had opgesteld en las de hele procedure
door, bekeek zijn papieren en constateerde dat er een 25-jarige student
geschiedenis voor me zat. Zijn reis is per auto, boot en vrachtwagen afgelegd,
onder andere door Italië. Maar zijn identiteitspapieren bestonden uit faxen die
van de dag daarvoor gedateerd waren. Hij verklaarde dat hij zijn papieren was
vergeten omdat hij zo veel problemen aan zijn hoofd zou hebben. Dat leek mij
nogal vreemd op dat moment maar ik dacht : "ik heb nog nooit een
levensbedrijgelijke situatie meegemaakt". Zijn vader had dus de faxen
verstuurd maar ze durfden de originelen niet per post te sturen aangezien de
post 'niet te vertrouwen' is. Toen de conducteur langskwam moest hij nog 13
euro zoveel betalen voor een enkeltje Breda - Eindhoven. Enfin, hij hield nog
iets meer dan 30 euro over. Dus op mijn vraag : "Was gehst du nun
tun?", zei hij zuchtend dat hij naar Roermond wilde gaan maar waarheen
precies wist hij niet en al helemaal niet hoe het morgen verder zou moeten. Dus
ik vroeg hem of er iets was waarmee ik hem kon helpen. Dit leek mij heel
logisch op dat moment. Hij reageerde gegeneerd en zei dat ik hem niet eens ken.
Bovendien had ik gezegd dat ik tijdelijk 'alleen' ben, en dat besefte ik ook
tegelijkertijd. Wat ik kon doen wist ik nog niet maar ik wilde hem niet nog een
nacht op een station laten doorbrengen en bedacht me dat ik naar het Leger des Heil
met hem kon gaan. Bovendien had ik een plastic tas vol niet-hoognodige nieuwe kleren
bij me wat mij wreed deed doen lijken afsteken tegen zijn wanhoop.
Uiteindelijk is hij met me in Eindhoven
uitgestapt. Op dat moment belde mijn vriendin me, zomaar. Ik legde de situatie
uit en omdat haar moeder vluchtelingenwerk heeft gedaan zou ze mij zo spoedig
mogelijk terugbellen om me raad te geven. Met de fiets aan de hand en de
reistas van de man op het bagagerek, heb ik opnieuw haar telefoontje beantwoord
en zij heeft mij toen het nummer gegeven van het Leger des Heils en mij
nadrukkelijk gezegd dat ik hem vooral niet bij mij thuis moest laten
overnachten. Maar dat was ik ook niet van plan! Bovendien zei ze dat de politie
hem onderdak zou moeten aanbieden tot zijn uitzet en een enkele reis naar de
grens moet aanbieden. Dit was dus niet gebeurd beweerde de man.
Thuis aangekomen heb ik eerst alle
lichten aangedaan en de gordijnen wijd open gelaten. Ik heb hem te eten en te
drinken gegeven, wat hij die dag niet of nauwelijks had gehad, en vervolgens de
politie gebeld. Na de situatie te hebben uitgelegd zei de politieman mij dat
hij waarschijnlijk gewoon op dezelfde manier terug naar zijn land moest gaan
als waarop hij is gekomen. Maar ook dat ik hem zo spoedig mogelijk naar het
bureau moest brengen "want je weet maar nooit of hij liegt", zei hij
uit ervaring. "Mensen zoals u zijn ook wel eens vermoord". "Ben
ik dan zo naief?", dacht ik er achteraan. De Kosovaar had geen enkel
vertrouwen meer in de politie en zei dat ze hem gewoon opnieuw zouden zeggen
dat hij moest "rausgehen". Ik begreep dat hij zonder originele
papieren dat sowieso vroeg of laat moest. Hij wilde ook wel in het gangetje
voor de voordeur slapen maar dat wilde ik mijn twee buurvrouwen van boven niet
aandoen. Dus ik heb hem met de auto naar het politiebureau gebracht waar we
eerst 20 minuten moesten wachten. De politieman die ons te woord stond zei heel
kort en bondig dat hij weer op dezelfde manier terug naar Kosovo moest gaan als
waarop hij was gekomen. Zo zijn de regels. Ik knikte begrijpelijk maar vroeg of
hij niet een adresje had voor een overnachting. Hij belde de crisisopvang, gaf
zijn naam door en zei dat ze speciaal voor ons open zouden doen. Het was immers
al rond middernacht. De wanhoop stond nog steeds op het gezicht van de Kosovaar
maar ik heb hem daar veilig kunnen afzetten, althans voor een nacht. Een nacht
met ontbijt kostte 3.50 euro, wat ik voor hem betaalde en waar hij zich weer
voor geneerde. De volgende dag zou hij bij een informatiepunt doorverwezen
kunnen worden naar Vluchtelingen in de Knel, speciaal voor mensen in zijn
geval. De ontvangst bij de crisisopvang was kordaat maar vriendelijk. Petje af
voor die mensen! De Kosovaar wilde me de volgende dag nog zien maar ik zei dat
er andere mensen zouden zijn die hem morgen verder konden helpen. Eerst moest
hij zich maar eens gaan douchen, gaan slapen en morgen een ontbijt nemen.
Ik heb toen afscheid van hem genomen en
me bezwaard afgevraagd of ik meer had kunnen doen. Nee, is mijn conclusie. Ik
heb de volgende dag gebeld naar de crisisopvang en vernomen dat hij 's ochtends
met de trein naar Duitsland is vertrokken. Met 30 euro zou dat waarschijnlijk
nog wel zijn gelukt. Maar wat er sindsdien met hem is gebeurd, dat weet ik
niet. Hij had me op de hart gedrukt geen crimineel te zijn en mijn intuïtie zei
me dat ik hem wel kon vertrouwen. Maar misschien is hij dat op dit moment wel
noodgedwongen geworden. Welke instinctieve puls is namelijk sterker dan die van
de overlevingsdrang? Maar meer als dit heb ik misschien om diezelfde drang niet
voor hem kunnen doen. Er bestaan op dit moment namelijk honderden gevallen
zoals hij. Ik had toch niet zijn terugreis kunnen betalen? En als hij de
terugreis zal halen, misschien zou hij dan wel meteen opgepakt worden in zijn
land en vermoord worden? Kosovo is volgens hem bij lange na niet een
'ongevaarlijk' gebied zoals hier wordt beweerd door de media. Vogelvrij, zonder
geld, zonder hoop : het einde? Ik heb
een aantal maanden geleden een documentaire-achtige film in Plaza Futura gezien
over de reis naar Engeland van twee Afghaanse vluchtelingen. Het einde van het
verhaal was voor de jonge man een wrede dood, en voor zijn neefje een
gevaarlijke gedwongen terugreis naar Afghanistan zonder middelen, hoop en
vooruitzichten.
De bedoeling van mijn schrijven is niet
een moralistisch verhaal op te hangen of het vreemdelingenbeleid van Nederland
simpel te bekritiseren. Ik weet gewoon niet wat de oplossing is voor dit soort
veelvoorkomende gevallen(en)! Door deze doordringende ervaring ben ik me
hiervan bewust geworden. 'De oplossing' lijkt verloren te gaan in een web van
causaliteiten waar we als gewone burgers, of als menselijke wezens, geen vat of
nauwelijks invloed op hebben. Dit verhaal gaat gewoon over 'het einde'. En om
een einde aan mijn verhaal te maken : wat betreft de knelpunten in ons onderwijslandje
rest ons relatief nog heel wat hoop en vooruitzichten!!!
Nathalie Crapanzano, 2005